Stop.
op de shortlist!
Zou het niet heerlijk zijn als het ook eens mínder werd?
We moeten ermee stoppen
Geen organisatie lijkt eraan te ontkomen: dingen die niets opleveren en wel veel energie en geld kosten, en lol in je werk.
Overbodige overlegspaghetti.
Bureaucratische gedrochten.
Eindeloos door-emmerende projecten.
Vergaderingen die alleen maar gehouden worden omdat ze nu eenmaal gehouden worden.
Toch gaan we er maar mee door. En het wordt alleen maar meer, zo lijkt het. Het werkt niet goed, het put ons uit en we worden er zelfs cynisch van.
Waarom stoppen we niet gewoon met iets wat niet werkt? Maar zo gewoon is dat niet. We werken blijkbaar liever aan iets nieuws, anders of beters. Ondertussen blijven we sleuren aan het dode paard.
Zou het niet heerlijk zijn als onze organisaties goed zijn in ‘stoppen’?
Stel je voor dat we al onze energie kunnen steken in het doen van het goede werk. Niet in het sleuren en zeuren. Bewust en blijvend ergens mee stoppen. Dat het ook eens mínder wordt, en niet altijd maar meer. Dode paarden feestelijk begraven!
Op de shortlist voor Managementboek van het Jaar 2021
In Stop. krijg je van stopstrateeg
Marije van den Berg de 5 heldere stappen waarmee je goed stoppen in jouw team of organisatie wél voor elkaar krijgt
“Je bent wel gek als je na lezen van dit boek niet met heel veel gaat stoppen.”
Het boek in 90 seconden
Stop.
het eerste boek met een stopstrategie voor organisaties
oorzaken van niet of slecht stoppen
stoptekens die je niet kunt missen
met goede én slechte voorbeelden (die je helaas herkent)
het grote verschil tussen afschaffen en afleren
RIP - en waar dat helpt
en: waarom je moet letten op olifantjes
voor iedereen die wil starten met stoppen, maar vooral voor trekkers, duwers, leiders en beslissers
na dit boek lukt het jouw organisatie wél om te stoppen (en word je een voorbeeld voor anderen)
Ook als podcast op BNR
“Ik sla echt aan op dit thema. In onze organisaties stoppen we nauwelijks – terwijl we dat ook nodig hebben.”
— dr. Danielle Braun, corporate antropoloog —
auteur van de Corporate Tribe en Tribaal Kantoorgedoe
“We zijn veel minder tijd kwijt en ergeren ons niet meer aan die kinderachtige mailtjes. Enorme oppepper voor de sfeer.”
— Annerieke, jurist
“Ik ga nadenken over een “stopable” in onze organisatie! ”
— Tineke, bestuursadviseur
“We zijn slecht in het afscheid nemen van onze goede bedoelingen, ook al wijzen de feiten vaak als snel naar het stopbord.”
— Jaap, strateeg
"Hopelijk worden we als organisatie beter in stoppen. Zodat we het niet alleen hebben over prioriteren (dat is ons verbloemwoord voor stoppen) maar ook expliciet maken wat we dan niet meer doen. En dit dan ook netjes afsluiten.”
— Marjolein, strategisch adviseur
Waarom een boek over stoppen?
Zijn er al niet genoeg boeken over stoppen? Je hoeft maar een boekhandel in te lopen of een tijdschrift open te slaan, of je ziet: er wordt ergens mee gestopt, al dan niet in ‘challenge’-vorm. Stoppen met alcohol, met suiker, met piekeren, met vlees, met shoppen, met rommel in je huis, met social media, met je vaste baan. Of je nu ‘past’ of stoptobert, vegan of zzp gaat, minimalizet, mariekondoot of mediteert: we willen blijkbaar werken aan hoe we in ons leven met minder toe kunnen. Onze wereld en ons hoofd, ze zijn druk, snel en propvol. Minder geeft ruimte en rust. Wie wil dat nou niet?
Tegelijk is er wel iets geks aan de hand. Al dit stoppen doen we op individueel niveau. Maar als we vervolgens naar onze teams en organisaties kijken, stoppen we nauwelijks.
Stoppen is een verwaarloosd thema in onze organisaties.
Veel aandacht is er in organisaties en teams wel voor ‘nieuw’. Voor beter. Voor anders. Bijpassende methodes, boeken en terminologie vinden hun weg naar managers en teamleiders en worden vervolgens ‘uitgerold’ in de organisatie. Steeds sneller lijken we te wisselen van aanpak en soms zelfs visie. Weinig beklijft, en hup, we gaan weer door naar de volgende stip op de horizon. ‘Stoppen’ is bijzaak, verwaarloosd of zelfs een taboe.
Hoe heerlijk zou het zijn als het in onze organisaties ook eens minder wordt, en niet al maar meer. En dat kan, maar…